Een vrouw moet op zijn minst van Bach houden. Gelukkig doet Jeanette dat. Ze houdt ook van Norah Jones, helaas, maar ik houd bijvoorbeeld weer van Black Sabbath met een nog jonge Ozzy. Jeanette houdt van Bach (en van Glenn Gould’s versies van Bach!), maar ze houdt ook van de voorlopers van Bach: Dufay, Byrd, Ockeghem, Palestrina.
‘Waar haal jij je muziek vandaan?’ vroeg ik haar. ‘Vroeger kocht ik de platen, later de cd’s, maar tegenwoordig luister ik op de computer naar YouTube,’ zei ze. ‘Dat doe ik ook,’ zei ik, ‘ik hoef niets te downloaden, ik luister alleen naar YouTube. Als ik verre reizen zou maken met een auto – ik heb niet eens een rijbewijs, dus ik kom niet zo ver – of met het vliegtuig, dan zou ik wel een verzameling Byrd-liederen willen hebben. Maar daar is allemaal nooit sprake van geweest. Ik ben een thuiszitter. Eng, hè? Maar dat krijg je als je een hartpatiënt bent.’
‘Hartpatiënt? Maar dan zal ik voortaan wat voorzichtiger met je omspringen!’
‘Alsjeblieft dankjewel, ja. Ken jij de naam Mathurin Forestier?’
‘Nee. Nooit van gehoord.’
‘Dat is geen schande. Alleen de specialisten hadden tot 2008 van die naam gehoord. In 2008 kwam er een plaat uit van Forestier met die Missa l’Homme Armé, en toen wisten nog een paar honderd liefhebbers ervan. Hij was een goede componist die geboren moet zijn rond het jaar 1470, dus hij werd ongeveer geboren toen Dufay stierf, hij was een tijdgenoot van Antonius Divitis en Nicolas Champion. Forestier heeft aan het Franse hof gewerkt als componist, en waarschijnlijk ook als koordirigent, dus dat moet zijn geweest onder Lodewijk XII van het huis van Valois. Er zijn nu nog een paar missen, twee octetten en vier liederen van Forestier bekend. Er moet natuurlijk nog veel meer te vinden zijn, maar dat is allemaal nooit beschreven. Wannneer Forestier stierf is bijvoorbeeld ook niet bekend. We weten niets van hem. Wikipedia heeft ook geen stukje over hem.’
‘Hij is dus niet zozeer een onbekende schakel in de muziekgeschiedenis, maar een onbekende.’
‘Ja, precies. Je kunt zijn stijl wel zien als een overgang van de muziek van Busnois naar die van Palestrina. Vijfhonderd jaar geleden duurde een muziekstijl nog honderd jaar, dat is tegenwoordig wel anders. Als je nu zegt dat je van, laat ons zeggen, de hiphop houdt, zegt iedereen: wat ben jij een ouderwetse lulhannes! Ken je een andere liefde van me, Galina Oestvolskaja?’
‘Daar zal ik nog zeer aan moeten wennen, lieverd. Een portje?’
‘Waar haal jij je muziek vandaan?’ vroeg ik haar. ‘Vroeger kocht ik de platen, later de cd’s, maar tegenwoordig luister ik op de computer naar YouTube,’ zei ze. ‘Dat doe ik ook,’ zei ik, ‘ik hoef niets te downloaden, ik luister alleen naar YouTube. Als ik verre reizen zou maken met een auto – ik heb niet eens een rijbewijs, dus ik kom niet zo ver – of met het vliegtuig, dan zou ik wel een verzameling Byrd-liederen willen hebben. Maar daar is allemaal nooit sprake van geweest. Ik ben een thuiszitter. Eng, hè? Maar dat krijg je als je een hartpatiënt bent.’
‘Hartpatiënt? Maar dan zal ik voortaan wat voorzichtiger met je omspringen!’
‘Alsjeblieft dankjewel, ja. Ken jij de naam Mathurin Forestier?’
‘Nee. Nooit van gehoord.’
‘Dat is geen schande. Alleen de specialisten hadden tot 2008 van die naam gehoord. In 2008 kwam er een plaat uit van Forestier met die Missa l’Homme Armé, en toen wisten nog een paar honderd liefhebbers ervan. Hij was een goede componist die geboren moet zijn rond het jaar 1470, dus hij werd ongeveer geboren toen Dufay stierf, hij was een tijdgenoot van Antonius Divitis en Nicolas Champion. Forestier heeft aan het Franse hof gewerkt als componist, en waarschijnlijk ook als koordirigent, dus dat moet zijn geweest onder Lodewijk XII van het huis van Valois. Er zijn nu nog een paar missen, twee octetten en vier liederen van Forestier bekend. Er moet natuurlijk nog veel meer te vinden zijn, maar dat is allemaal nooit beschreven. Wannneer Forestier stierf is bijvoorbeeld ook niet bekend. We weten niets van hem. Wikipedia heeft ook geen stukje over hem.’
‘Hij is dus niet zozeer een onbekende schakel in de muziekgeschiedenis, maar een onbekende.’
‘Ja, precies. Je kunt zijn stijl wel zien als een overgang van de muziek van Busnois naar die van Palestrina. Vijfhonderd jaar geleden duurde een muziekstijl nog honderd jaar, dat is tegenwoordig wel anders. Als je nu zegt dat je van, laat ons zeggen, de hiphop houdt, zegt iedereen: wat ben jij een ouderwetse lulhannes! Ken je een andere liefde van me, Galina Oestvolskaja?’
‘Daar zal ik nog zeer aan moeten wennen, lieverd. Een portje?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten